Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • maat·dop
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord maatdop maatdoppen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de maatdopm

  1. een dop van een fles die gebruikt kan worden als doseringsinstrument

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
90 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be