maanman
- maan·man
- samenstelling van maan zn en man zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | maanman | maanmannen |
verkleinwoord | maanmannetje | maanmannetjes |
de maanman m
- astronaut die op de maan geland is
- ▸ Ik zou hem die ene vraag kunnen stellen die me al op de lippen brandde sinds ik voor het allereerst werd gegrepen door die fascinerende beelden van rondhuppelende maanmannen.[1]
- fictief wezen dat op de maan leeft
- de maan als fictief levend wezen
- Het woord 'maanman' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "maanman" herkend door:
77 % | van de Nederlanders; |
56 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Weblink bron “Hoe ik Neil Armstrong bijna op de schouder tikte” (26/08/2012), HP de Tijd
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be