maanloos
- maan·loos
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | maanloos | maanlozer | maanloost |
verbogen | maanloze | maanlozere | maanlooste |
partitief | maanloos | maanlozers | - |
maanloos
- zonder maneschijn
- Op een donkere maanloze nacht vluchtten de mensen de stad uit.
- Het woord maanloos staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "maanloos" herkend door:
79 % | van de Nederlanders; |
75 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be