Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • maak glad
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
gladmaken

maak (…) glad

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gladmaken
    • Ik maak glad. 
  2. gebiedende wijs van gladmaken
    • Maak glad! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gladmaken
    • Maak je glad? 

Gangbaarheid