maak gebruik
- Geluid: maak gebruik (hulp, bestand)
- IPA: / ˈmak ɣəˈbrœyk / (3 lettergrepen)
- maak ge·bruik
- uit maak (werkwoord) en gebruik (zelfstandig naamwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan
vervoeging van |
---|
gebruikmaken |
maak (…) gebruik
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gebruikmaken
- Ik maak gebruik.
- gebiedende wijs van gebruikmaken
- Maak gebruik!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gebruikmaken
- Maak je gebruik?
- Het woord maak gebruik staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.