• maak dood
vervoeging van
doodmaken

maak (…) dood

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doodmaken
    • Ik maak dood. 
  2. gebiedende wijs van doodmaken
    • Maak dood! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doodmaken
    • Maak je dood?