měli
Tsjechisch
Uitspraak
- IPA: /mɲɛlɪ/
Woordafbreking
- mě·li
Zelfstandig naamwoord
měli
- genitief enkelvoud van měl
- datief enkelvoud van měl
- vocatief enkelvoud van měl
- locatief enkelvoud van měl
- nominatief meervoud van měl
- accusatief meervoud van měl
- vocatief meervoud van měl
Werkwoord
měli
- bezield mannelijk derde persoon meervoud verleden tijd van het imperfectieve werkwoord mít
- bezield mannelijk meervoud actief deelwoord van het imperfectieve werkwoord mít