Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ly·riek
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘lyrische gedichten’ voor het eerst aangetroffen in 1884 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord lyriek lyrieken
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

lyriek v [3]

  1. (dichtkunst) dichtkunst waarin de dichter (vooral zijn eigen) emoties en gemoedsstemmingen uitspreekt
  2. bevlogen, enthousiast karakter ?
Synoniemen
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

84 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen