• ly·ri·cus
enkelvoud meervoud
naamwoord lyricus lyrici
verkleinwoord

de lyricusm

  1. schrijver die schrijft over persoonlijke gevoelens
    • Als literatuurcriticus schrijf je graag over Hermann Broch (1886-1951). Dat komt omdat de grote Oostenrijkse schrijver zo’n hoge dunk had van ons soort mensen. Volgens Broch hebben we een ‘ethisch’ beroep, de echte criticus is een ‘in het leven vooruitgeschoven post van de filosofie’. Aangezien de criticus geen regels deduceert maar ‘met zijn eigen ‘ik’ instaat voor de objectiviteit van zijn oordeel, zou je hem een ‘lyricus van de filosofie’ kunnen noemen. [1] 
    • De Cloe is een enorme lyricus, maar indrukwekkend is bijvoorbeeld ook de monoloog die hij samen met acteur Matthijs van de Sande Bakhuyzen schreef, waarin een jonge man een telefoongesprek voert met zijn overleden vader. [2] 
84 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[3]
  1. NRC Wil Rouleaux 18 mei 2012 Boeken voor levensmiddelen
  2. NRC 5 oktober 2011 nieuw op dvd
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be