• lyk·kes
  • Afkomstig van het Nederduitse woord lucken.
Naar frequentie 2189
vervoeging
onbepaalde wijs lykkes
tegenwoordige tijd lykkes
verleden tijd lyktes
voltooid
deelwoord
lyktes
onvoltooid
deelwoord
lijdende vorm
gebiedende wijs lykkes
vervoegingsklasse onregelmatig
opmerking

lykkes

  1. onovergankelijk, werkwoord met -s gelukken, lukken, slagen
    «Rapporten skal først offentliggjøres 18. mai, men det har allerede lyktes Dagbladet å få tak i et eksemplar.»
    Het rapport zou pas op 18 mei gepubliceerd worden, maar het is het Dagbladet al gelukt om een kopie te verkrijgen.