gelukken
- ge·luk·ken
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
gelukken |
gelukte |
gelukt |
zwak -t | volledig |
gelukken [2]
- onovergankelijk (formeel) een voorspoedige afloop hebben
de gelukken mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord geluk
- Het woord gelukken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gelukken" herkend door:
81 % | van de Nederlanders; |
53 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ gelukken op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be