gelukte
- ge·luk·te
vervoeging van |
---|
gelukken |
gelukte
- enkelvoud verleden tijd van gelukken
- Ik gelukte.
- Jij gelukte.
- Hij, zij, het gelukte.
- Ik gelukte.
- verbogen vorm van gelukt, voltooid deelwoord van gelukken
vervoeging van: | lukken… |
gelukte
- Het woord gelukte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.