gelukt
- ge·lukt
- vervoeging van gelukken: de stam met de uitgang -t, zonder ge- vanwege voorvoegsel
- vervoeging van lukken: de stam met omvoegsel ge- -t
vervoeging van: | lukken… |
verbogen vorm: | gelukte |
gelukt
- voltooid deelwoord van lukken
- ▸ Dat was het dan, de verjaardag van mijn dochter. Het was me gelukt om haar stem heel even te horen en ze klonk blij.[1]
vervoeging van |
---|
gelukken |
gelukt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gelukken
- Jij gelukt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gelukken
- Hij gelukt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van gelukken
- Gelukt!
vervoeging van: | gelukken… |
verbogen vorm: | gelukte |
gelukt
- voltooid deelwoord van gelukken
- Het woord gelukt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers