luitouw
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- lui·touw
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van lui ww en touw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | luitouw | luitouwen |
verkleinwoord | luitouwtje | luitouwtjes |
Zelfstandig naamwoord
- touw waarmee men klokken luidt
- touw waaraan in molens zakken worden opgehesen of waarmee een heiblok werd bediend
Gangbaarheid
- Het woord 'luitouw' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.