luistervaardigheid
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- luis·ter·vaar·dig·heid
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van luister ww en vaardigheid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | luistervaardigheid | luistervaardigheden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de luistervaardigheid v
- het kunnen herkennen en begrijpen van gesproken taal
- Mensen die de taal goed kunnen lezen hoeven nog niet voldoende luistervaardigheid te hebben.
Gangbaarheid
- Het woord luistervaardigheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.