luisterend
- Geluid: luisterend (hulp, bestand)
- luis·te·rend
vervoeging van: | luisteren |
verbogen vorm: | luisterende |
luisterend
stellend | |
---|---|
onverbogen | luisterend |
verbogen | luisterende |
partitief | luisterends |
luisterend
- met begrip en aandacht geluid opvangend met de oren
- ‘Honger hebben we in de oorlog gelukkig nooit gehad’, vertelt Lenie aan de belangstellend luisterende René, die bij de voorstellingen vier koks, twintig man bediening en een afwasploeg aanstuurt. [1]
- Wat ik merk is dat veel mantelzorgers het al heel prettig vinden dat ik langs kom om met ze te praten over wat ze ervaren als mantelzorger. Dat luisterende oor is een hele belangrijke functie van een consulent.” [2]
- Het woord luisterend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Tubantia Dolf Ruesink 03-08-17 ‘We aten gezond in de oorlog’
- ↑ Tubantia 04-11-17 Vrijwilligers gaan mantelzorgers in Losser ontlasten