Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • luis·ter·cij·fers
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord luistercijfers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de luistercijfersmv

  1. (media) de cijfers die aangeven hoeveel mensen naar de verschillende radioprogramma's hebben geluisterd
    • De luistercijfers gaan over het luisteren naar de de radio, de kijkcijfers gaan over het kijken naar de televisie 
    • De luistercijfers zijn de laatste jaren steeds verder gedaald. 

Gangbaarheid