• lui·paard·bont·jas
enkelvoud meervoud
naamwoord luipaardbontjas luipaardbontjassen
verkleinwoord luipaardbontjasje luipaardbontjasjes

de luipaardbontjasv / m

  1. (kleding) jas gemaakt van luipaardbont
     Daarna sloeg ze een grote sjaal om haar hoofd, trok overschoenen en de luipaardbontjas aan en was verdwenen.[1]
  2. (kleding) jas gemaakt van bont met een luipaardprint


  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044632767