luchtvaartbranche


  • lucht·vaart·bran·che
enkelvoud meervoud
naamwoord luchtvaartbranche luchtvaartbranches
verkleinwoord

de luchtvaartbranchev / m

  1. (luchtvaart) alle bedrijven en organisaties die betrokken zijn bij de luchtvaart
     Cheng Xins carrière leek een stralende toekomst tegemoet te gaan: haar kwaliteiten werden erkend, en in de Chinese luchtvaartbranche begonnen de meeste belangrijke ingenieurs hun carrière met het ontwerp van motoren.[1]
     De spoorbeheerder is vorige week een wervingscampagne begonnen en hoopt op mensen die vanwege de coronacrisis hun baan hebben verloren, uit de luchtvaartbranche maar ook de cultuursector en de horeca.[2]
  1. Liu Cixin
    “Het einde van de dood” (2021), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044645835
  2.   Weblink bron “Geen treinen door verkeersleiderstekort, 'je moet stalen zenuwen hebben'” (Maandag 30 november 2020, 09:45), NOS