Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • lucht·trans·port
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord luchttransport luchttransporten
verkleinwoord luchttransportje luchttransportjes

Zelfstandig naamwoord

luchttransport o [1]

  1. (luchtvaart) vervoer via luchtverbindingen
     Het kabinet blijft erbij dat er geen alternatieven waren voor de evacuatie per helikopter van een Nederlander, eind vorige maand uit Libië. De ministers Rosenthal van Buitenlandse Zaken en Hillen van Defensie schrijven in antwoorden op Kamervragen dat evacuatie over de weg niet mogelijk leek, en dat op dat moment ook geen mogelijkheden waren voor luchttransport. Het enige Nederlandse middel in de buurt was het marineschip Hr. Ms. Tromp, van waaraf de helikopter met drie militairen naar de Libische havenplaats Sirte vertrok.[2]
     Het kabinet blijft erbij dat er geen alternatieven waren voor de evacuatie per helikopter van een Nederlander. De ministers Rosenthal en Hillen schrijven in antwoorden op Kamervragen dat evacuatie over de weg niet mogelijk leek, en dat op dat moment ook geen mogelijkheden waren voor luchttransport. Het enige Nederlandse middel in de buurt was het marineschip Hr. Ms. Tromp, van waaraf de helikopter met drie militairen naar de Libische havenplaats Sirte vertrok.[3]
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Kabinet herhaalt noodzaak evacuatie” (Zaterdag 26 maart 2011, 21:01), NOS
  3.   Weblink bron “Erop of eronder voor Hillen en Rosenthal” (Dinsdag 29 maart 2011, 19:27), NOS