Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • lucht·agent
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord luchtagent luchtagenten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de luchtagentm

  1. (beroep) veiligheidsmedewerker die meevliegt met een vliegtuig
     FAA zoekt luchtagenten, piloten willen wapens[1]
     Tienduizenden Amerikanen hebben overigens oren naar een baan als 'luchtagent' op verkeersvliegtuigen. De Amerikaanse federale luchtvaartautoriteit (FAA) werft bijkomende werknemers aan naar aanleiding van de aanslagen in de Verenigde Staten. 150.000 mensen hebben al gereageerd.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “FAA zoekt luchtagenten, piloten willen wapens” (25/09/2001), De Standaard
  2.   Weblink bron “Bush wil gewapende toezichthouders op commerciële vluchten” (27/09/2001), De Standaard