• los·sing
enkelvoud meervoud
naamwoord lossing lossingen
verkleinwoord

de lossingv

  1. het lossen van vracht in een haven
    • De containers stonden na het incident, dat veroorzaakt zou zijn door onstuimig weer, schots en scheef aan boord. Er is toen door de reder een inschatting gemaakt op basis van de op dat moment mogelijke telling. Deze inschatting hebben ze na lossing in Gdansk bijgesteld. Het aantal containers met gevaarlijke stoffen blijft onveranderd. Dat zijn er nog steeds drie. [2] 
  2. het afbetalen van een lening
    • Het meest in het oog springend, maar niet onverwacht, is de lossing van een eeuwigdurende obligatie van Friesland Campina. De lening met een coupon van 7,125% is al in 2003 uitgegeven door het toenmalige Friesland Coberco. De zuivelgigant is later gefuseerd met Campina waarna ook de naam gewijzigd is in FrieslandCampina. Volgens de voorwaarden had het bedrijf het recht om vanaf 2008 elk jaar de lening op de coupondatum terug te betalen tegen 100%. [3] 
67 % van de Nederlanders;
65 % van de Vlamingen.[4]