loopt vast
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: loopt vast (hulp, bestand)
- IPA: / ˈlopt ˈvɑst / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- loopt vast
Woordherkomst en -opbouw
- uit loopt (werkwoord) en vast (bijvoeglijk naamwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan
Werkwoord
vervoeging van |
---|
vastlopen |
loopt (…) vast
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vastlopen
- Jij loopt vast.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vastlopen
- Hij loopt vast.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van vastlopen
- Loopt vast!
Gangbaarheid
- Het woord loopt vast staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.