loopt gelijk
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: loopt gelijk (hulp, bestand)
- IPA: / ˈlopt ɣəˈlɛik / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- loopt ge·lijk
Woordherkomst en -opbouw
- uit loopt (werkwoord) en gelijk (bijvoeglijk naamwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan
Werkwoord
vervoeging van |
---|
gelijklopen |
loopt (…) gelijk
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gelijklopen
- Jij loopt gelijk.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gelijklopen
- Hij loopt gelijk.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van gelijklopen
- Loopt gelijk!
Gangbaarheid
- Het woord loopt gelijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.