loop langs
- Geluid: loop langs (hulp, bestand)
- IPA: / ˈlop ˈlɑŋs / (2 lettergrepen)
- loop langs
vervoeging van |
---|
langslopen |
loop (…) langs
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van langslopen
- Ik loop langs.
- gebiedende wijs van langslopen
- Loop langs!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van langslopen
- Loop je langs?
- Het woord loop langs staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.