loop droog
- Geluid: loop droog (hulp, bestand)
- IPA: / ˈlop ˈdrox / (2 lettergrepen)
- loop droog
- uit loop (werkwoord) en droog (bijvoeglijk naamwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan
vervoeging van |
---|
drooglopen |
loop (…) droog
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van drooglopen
- Ik loop droog.
- gebiedende wijs van drooglopen
- Loop droog!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van drooglopen
- Loop je droog?
- Het woord loop droog staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.