Nederlands

 
een loonbedrijf in actie
Uitspraak
Woordafbreking
  • loon·be·drijf
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord loonbedrijf loonbedrijven
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het loonbedrijfo

  1. een bedrijf dat loonwerk verricht, dat wil zeggen voor een opdrachtgever op contractbasis bepaalde werkzaamheden uitvoert. Het beschikt over gespecialiseerde machines en vakmensen die tegen betaling ter beschikking worden gesteld.
    • Alfing is eigenaar van een agrarisch loonbedrijf dat zich onder meer bezighoudt met uitrijden van vloeibare kunstmest. Hij ontwikkelde de pekelwaterstraler waarmee in een rit 750 kilometer wegdek kan worden bespoten. De provincie Groningen en een aantal gemeenten hebben al belangstelling getoond.[1] 
    • Het gaat niet goed met de landbouw en dat merken loonwerkers. Bennie Horenberg stopt mede daarom met zijn bedrijf in Langeveen. De firma Horenberg-Paus was 60 jaar actief in vrijwel heel Twente en zou het derde loonbedrijf in de omgeving van de gemeente Tubbergen zijn dat een punt zet achter het werk voor de agrarische sector. Vandaag gaan de deuren definitief op slot. Bij Horenberg en Paus werkten zeven mensen.[2]  

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. De Standaard 08/02/2010 door wle
  2. Tubantia 01-12-2016