loodje
Niet te verwarren met: lootje |
- lood·je
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | - | - |
verkleinwoord | loodje | loodjes |
het loodje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord lood
- dim. tant. gestempeld stukje metaal dat door vaste verbinding met een draadje officieel bewijst dat het verbonden voorwerp een bepaalde status heeft
- het loodje leggen [1]overlijden, sterven
- de laatste loodjes wegen het zwaarst [1]iets afwerken kost nog het meeste moeite
- Het woord loodje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "loodje" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ 1,0 1,1 loodje op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be