logopedisch

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  logopedisch    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• lo·go·pe·disch

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van logopedie met het achtervoegsel -isch

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	logopedisch	logopedischer
verbogen	logopedische	logopedischere
partitief	logopedisch	logopedischers	-

Bijvoeglijk naamwoord

logopedisch

1. betrekking hebbend op, behorend tot de logopedie

Gangbaarheid

• Het woord logopedisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.