logen af
- lo·gen af
vervoeging van |
---|
aflogen |
logen (...) af
- meervoud tegenwoordige tijd van aflogen
vervoeging van |
---|
afliegen |
logen (...) af
- meervoud verleden tijd van afliegen
- Wij logen af.
- Jullie logen af.
- Zij logen af.
- Wij logen af.
- Het woord 'logen af' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.