locomotor
- lo·co·mo·tor
- samenstelling van loco en motor
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | locomotor | locomotoren locomotors |
verkleinwoord | locomotortje | locomotortjes |
de locomotor m
- (werktuigbouwkunde) (spoorwegen) tweeassig voertuig op spoorwielen, dat wordt aangedreven door een benzine- of dieselmotor
- Het woord 'locomotor' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.