• lis·te·ria
  • uit het Latijn [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord listeria listeria's
verkleinwoord

de listeriav

  1. Listeria   genus van grampositieve darmbacteriën die bij lage temperatuur op vleeswaren kunnen groeien
     Het is terecht dat de NVWA aandacht geeft aan besmettingen, want de bacterie, listeria monocytogenes, is een lastig te bestrijden soort, zei IJsbrand Velzeboer, expert voedseltechnologie, eerder tegen deze site. ,,Het is een rotzak die de nare eigenschap heeft dat hij blijft doorgroeien in de koelkast. Bij 4 tot 7 graden doet hij het best goed, terwijl andere bacteriën en schimmels dan veel langzamer groeien.”[2]
     Tartaar, Duitse biefstuk en filet américain van supermarktketen Deen kan de darmbacterie listeria en/of de E.coli-bacterie bevatten. Daarvoor waarschuwt de voedselwaakhond Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA).[3]
60 % van de Nederlanders;
75 % van de Vlamingen.[4]
  1. listeria op website: Etymologiebank.nl
  2.   Weblink bron “Boni's gehaktballen mogelijk besmet met gevaarlijke listeriabacterie” (02-04-2019), Tubantia
  3.   Weblink bron “Darmbacterie op vlees van supermarktketen Deen” (13-08-2019), Tubantia
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be