liep droog
- Geluid: liep droog (hulp, bestand)
- IPA: / ˈlip ˈdrox / (2 lettergrepen)
- liep droog
- uit liep (werkwoord) en droog (bijvoeglijk naamwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan
vervoeging van |
---|
drooglopen |
liep (…) droog
- enkelvoud verleden tijd van drooglopen
- Ik liep droog.
- Jij liep droog.
- Hij, zij, het liep droog.
- Ik liep droog.
- Het woord liep droog staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.