[3] lichtkap
  • licht·kap
enkelvoud meervoud
naamwoord lichtkap lichtkappen
verkleinwoord lichtkapje lichtkapjes

de lichtkapv / m [1]

  1. kap die het licht van een lamp afschermt zodat men niet verblind wordt
  2. kap die de lens van een fototoestel afschermt
  3. kap die licht binnenlaat in een gebouw
     HENGELO Verschillende binnenstadsprojectjes komen later klaar dan oorspronkelijk de bedoeling was: van de 'lichtkap' op de Brinktoren tot de verbouwing van de marktkiosk.[2]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Vertragingen in binnenstad 'frustrerend'” (13-07-2009), Tubantia