Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • licht·ge·bo·gen
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen lichtgebogen
verbogen
partitief lichtgebogens

Bijvoeglijk naamwoord

lichtgebogen

  1. in een geringe mate rond; met een lichte buiging
     Toen hij Aleksej Aleksandrovitsj met zijn fris, Petersburgs gezicht, zijn strenge, zelfverzekerde gestalte, met zijn ronde hoed en zijn lichtgebogen rug ontwaarde, toen moest hij wel aan zijn bestaan geloven en hij kreeg het onaangename gevoel dat een man moet hebben die, gekweld door dorst, eindelijk bij een bron komt en er dan een hond vindt, een schaap of een varken, die er gedronken hebben en het water troebel hebben gemaakt.[1]
     Over de muzikale kwaliteiten kan ik als liefhebbende leek alleen maar superlatieven gebruiken, het gaat me hier nu even om het beeld. Het decor is namelijk heel eenvoudig: een scheefliggende cirkel van lichtgebogen houten latjes ligt als een langspeelplaat over het hele podium. Er ontbreekt aan de rechterkant een grote vierkante hap uit de plaat, daarin zit het orkest, het Nederlands Philharmonisch Orkest om precies te zijn. Er zijn zes hoofdrolspelers, daarnaast nog acht Walküren, de vliegende dochters van oppergod Wotan.[2]


Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Anna Karenina”   (1877), G.A. van Oorschot  , ISBN 9789028276062
  2.   Weblink bron
    Geschreven door:Joke de Wolf
    “Virtueel fantaseren blijft kinderspel” (15/11/2019), HP de Tijd