Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • li·chaams·hou·ding
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord lichaamshouding lichaamshoudingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de lichaamshoudingv

  1. de stand van het lichaam
    • Bij de anatomische beschrijving van een mens gaat men uit van de standaard lichaamshouding. 

Meer informatie

Gangbaarheid