• li·bri·um
  • In de betekenis van ‘kalmerend middel’ voor het eerst aangetroffen in 1974 [1]
  • gerelateerd met het Latijnse librare [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord librium
verkleinwoord

het libriumo

  1. (farmacologie) oorspronkelijk de merknaam van chloordiazepoxide, een rustgevend medicament
    • De ontdekker van valium, librium en mogadon, Leo Sternbach, is eergisteren overleden. Hij werd 97. De in Oostenrijk geboren Sternbach stond op de lijst van de 25 invloedrijkste Amerikanen van de 20ste eeuw.[3] 
    • „Heel veel vrouwen slikten die toen. Al die zich doodvervelende huisvrouwen die te weinig te doen hadden kregen valium en librium.”[4]  
76 % van de Nederlanders;
56 % van de Vlamingen.[5]