Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • le·ver·kwaal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord leverkwaal leverkwalen
verkleinwoord leverkwaaltje leverkwaaltjes

Zelfstandig naamwoord

de leverkwaalv / m [1]

  1. aandoening van de lever
     Die man grijpt zijn hand en zegt zijn naam met een luidruchtigheid die pijn doend tegen zijn slapen ketst: „Gijsbert, kerel, hoe gaat het! Ken je me niet meer? Je eigen broer Hendrik Karel! Terug uit de Oost met een leverkwaal maar met een gevulde buidel! Nietwaar mama, ik heb het immers voorspeld toen ik voor twaalf jaar wegging, dat ik als een rijk man uit de rimboe terug zou komen?" Mama.[2]
     Lindeman was van plan die kort na kerst klaar te hebben, maar ondertussen speelde zijn leverkwaal weer op en in plaats van aan zijn artikel te werken lag hij drie weken in het ziekenhuis.[3]
     De Schotse bassist en oprichter van de legendarische band Cream, Jack Bruce, is op 71-jarige leeftijd overleden. Volgens zijn manager is hij thuis, in het Engelse graafschap Suffolk, gestorven. Bruce leed aan een leverkwaal.[4]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Johanna van Ammers-Küller
    “Tavelinck-trilogie” (1970), Strengholt, ISBN 9060101723
  3. “Waarom zijn er zoveel soorten” (2016), Atlas Contact  , ISBN 9789045031422
  4.   Weblink bron “Cream-bassist Jack Bruce overleden” (Zaterdag 25 oktober 2014, 20:36), NOS