leukemiepatiënt
- leu·ke·mie·pa·ti·ënt
- samenstelling van leukemie zn en patiënt zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | leukemiepatiënt | leukemiepatiënten |
verkleinwoord | leukemiepatiëntje | leukemiepatiëntjes |
de leukemiepatiënt m
- (medisch) patiënt met een kwaadaardigheid van de witte bloedcellen
- ▸ Stamceldonatie kwam de afgelopen weken meerdere keren in het nieuws. VVV-voetballer Lennart Thy liet een wedstrijd schieten om bloed te doneren. En de 23-jarige leukemiepatiënt Oscar Westbroek kon geen geschikte stamceldonor vinden en overleed vorige week.[1]
- ▸ Maar er is nog een probleem. Het immuunsysteem van de ontvanger herkent ook vreemde T-cellen en zal ze aanvallen. In leukemiepatiënten is dit geen probleem, omdat ze medicijnen krijgen die hun immuunsysteem vernietigen. Maar een van deze medicijnen – een antilichaam – vernietigt ook gedoneerde T-cellen. Dus schakelde het team van Qasim ook een tweede gen in de donor-T-cellen uit, wat ze onzichtbaar maakt voor het antilichaam.[2]
- Het woord leukemiepatiënt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron “Duizenden nieuwe stamceldonoren na actie VVV-speler” (maandag 19 maart 2018, 22:57), NOS
- ↑ Weblink bron “Leven van leukemiepatiëntje gered met genbewerking” (6 november 2015), NewScientist