Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • les·pak·ket
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord lespakket lespakketten
verkleinwoord lespakketje lespakketjes

Zelfstandig naamwoord

het lespakketo

  1. groep vakken die horen bij een opleiding of cursus
    • De vrouwen weten van zeker één juf die publiekelijk is geëxecuteerd door IS, omdat ze stiekem het oude lespakket had onderwezen. Volgens berichten uit de Iraakse media zijn meerdere leerkrachten terechtgesteld omdat ze weigerden het IS-curriculum te onderwijzen. [1] 
  2. lesmaterialen die horen bij een les
    • Zijn vrouw Hella en hij zijn ook op ander vlak betrokken bij educatieve projecten rond film en kunst, via hun Hella en Freek de Jonge Stichting. „Wij sponsoren concrete educatieve projecten voor bijvoorbeeld Eye en het Rijksmuseum. Voor Eye hebben we een lespakket over de geschiedenis van de film gesponsord”, vertelt De Jonge. [2] 
Synoniemen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. NRC Gert van Langendonck 26 januari 2017
  2. NRC Paul Steenhuis 16 maart 2016
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be