lemmet
- lem·met
- In de betekenis van ‘snijkant van mes’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1616 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lemmet | lemmeten |
verkleinwoord |
het lemmet o
- het gedeelte van een mes waarmee gesneden wordt
- Het woord lemmet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "lemmet" herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "lemmet" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be