Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • le·ger·uni·form
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord legeruniform legeruniformen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de legeruniformv / m, het legeruniformo

  1. (militair) standaard kleding van een militair waardoor hij of zij herkenbaar is als lid van een bepaald leger(onderdeel)
     In 2002 besloot staatssecretaris Philomena Bijlhout (LPF) van Emancipatiezaken al na negen uur haar ontslag aan te bieden. Er waren foto's uitgelekt waarop ze te zien was in een legeruniform in Suriname, vlak na de Decembermoorden. Ze had tegen toenmalig premier Balkenende gezegd dat ze al voor de moorden uit de Volksmilitie van legerleider Bouterse was gestapt.[1]
     Gewapende mannen beschoten de auto waar de diplomaat in zat, zeggen Jemenitische veiligheidsfunctionarissen. De daders zouden een legeruniform hebben gedragen.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Snel vertrek Verdaas geen record” (Donderdag 6 december 2012, 13:45), NOS
  2.   Weblink bron “Diplomaat gedood in Jemen” (Woensdag 28 november 2012, 13:26), NOS