• le·gen·da·risch
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘tot de legende behorend’ voor het eerst aangetroffen in 1875 [1]
  • Van het Franse légendaire met het achtervoegsel -isch
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen legendarisch legendarischer
verbogen legendarische legendarischere
partitief legendarisch legendarischers -

legendarisch

  1. waarover legendes verteld worden
    • Arthur is een legendarische Britse koning. 
  2. overdrachtelijk overbekend, beroemd
    • Zijn vermogen tot overdrijving is legendarisch te noemen. 
     'Op drukke dagen hadden we hier enorme files. Er stond zelfs een gendarme op een rond podiumpje het verkeer te regelen', zegt ze, wijzend op een totaal verlaten kruispunt. Velen hebben zowaar heimwee naar die legendarische files van volgepakte auto's die zich door smalle dorpsstraten wurmden.[2]
     Gelukkig zou de trail binnenkort een weg kruisen waarlangs ik het legendarische ‘Paradise Café’ kon bereiken.[3]
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[4]
  1. "legendarisch" in:
    Sijs, Nicoline van der
    , Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org
    ; ISBN 90 204 2045 3
  2.   Weblink bron
    Peter Giesen
    “Route Nationale 7, leuker dan de Route du Soleil” (30 juli 2014), de Volkskrant
  3. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be