leesplankje
- Geluid: leesplankje (hulp, bestand)
- lees·plank·je
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | - | - |
verkleinwoord | leesplankje | leesplankjes |
het leesplankje o dim. tant.
- (onderwijs) plankje met woorden als hulpmiddel voor het allereerste lezenleren in het beginnend lager onderwijs
- Het woord leesplankje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
het leesplankje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord leesplank