aap-noot-miesplankje
- Geluid: aap-noot-miesplankje (hulp, bestand)
- IPA: / ˌapnotˈmisplɑŋkjə / (5 lettergrepen)
- aap-noot-mies·plank·je
- dim. tant., (samenkoppeling) van "aap, noot, Mies", samengesteld met het verkleinwoord plankje.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | - | - |
verkleinwoord | aap-noot-miesplankje | aap-noot-miesplankjes |
het aap-noot-miesplankje o
- leesplankje dat begint met de woorden "aap", "noot" en "Mies"
- Ik mis mijn aap-noot-miesplankje.
- Het woord 'aap-noot-miesplankje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.