Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • leen·ca·pa·ci·teit
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord leencapaciteit leencapaciteiten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de leencapaciteitv

  1. de hoeveelheid geld die men kan lenen
     Banken hanteren bij de vaststelling van leencapaciteit van iemand met een studieschuld een zogeheten wegingsfactor. Daarmee worden de maandlasten van die schuld berekend.[1]
     De woningmarkt zit volgens Ballast Nedam op slot. "Financieringen worden nog altijd beperkt verstrekt en de leencapaciteit van veel huishoudens is aanzienlijk verlaagd." Het bedrijf zegt dat de woningmarkt verder onder druk is gekomen door het schrappen en uitstellen van projecten door woningcorporaties.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Banken soepeler voor ex-studenten” (Maandag 13 oktober 2014, 18:37), NOS
  2.   Weblink bron “Rode cijfers Ballast Nedam” (Vrijdag 12 juli 2013, 08:07), NOS