• la·zer af
vervoeging van
aflazeren

lazer (…) af

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aflazeren
    • Ik lazer af. 
  2. gebiedende wijs van aflazeren
    • Lazer af! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aflazeren
    • Lazer je af?