larmoyant
- Geluid: larmoyant (hulp, bestand); of: larmoyant (hulp, bestand) bij meer vernederlandste uitspraak
- IPA: / ˌlɑrmwɑˈjɑnt / (3 lettergrepen); of: /ˌlɑrmoˈjɑnt/ bij meer vernederlandste uitspraak
- lar·moy·ant, of: lar·mo·yant bij meer vernederlandste uitspraak
- van Frans larmoyant "erg huilend", "jengelend", in de betekenis van ‘huilerig’ aangetroffen vanaf 1824 [1] [2] [3]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | larmoyant | larmoyanter | larmoyantst |
verbogen | larmoyante | larmoyantere | larmoyantste |
partitief | larmoyants | larmoyanters | - |
larmoyant
- sentimenteel bedroefd, huilerig
- De larmoyante jongen werd getroost.
- aanleiding gevend tot grote droefheid
- Door zijn larmoyante verhaaltjes kregen de dames medelijden met de zwerver.
- Het woord larmoyant staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "larmoyant" herkend door:
45 % | van de Nederlanders; |
33 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ larmoyant op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "larmoyant" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
larmoyant
- tegenwoordig deelwoord (participe présent) van larmoyer