Nederlands

 
lantaarnlicht
Uitspraak
Woordafbreking
  • lan·taarn·licht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord lantaarnlicht lantaarnlichten
verkleinwoord lantaarnlichtje lantaarnlichtjes

Zelfstandig naamwoord

het lantaarnlichto [1]

  1. het licht dat een straatlantaarn verspreidt
     Dat het ook zomaar kan,'zegt Josje nog eens, en haar ogen blinken in het lantaarnlicht. Zomaar, doodgereden worden op straat.[2]
     'Ecologisch systeem insecten verandert door lantaarnlicht'[3]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Tonio : een requiemroman” (2011), De Bezige Bij  , ISBN 9789023467014
  3.   Weblink bron “'Ecologisch systeem insecten verandert door lantaarnlicht'” (23-05-2012), Tubantia