• land·ei·en·dom
  • Samenstelling van de Noorse zelfstandige naamwoorden land en eiendom met het achtervoegsel -dom
Naar frequentie 206084
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   landeiendom     landeiendommen     landeiendommer     landeiendommene  
genitief   landeiendoms     landeiendommens     landeiendommers     landeiendommenes  

landeiendom, m

  1. landbezit, landerijen
  2. landgoed
    «Jeg har nettopp kjøpt en landeiendom i Danmark, og kan da jakte med bue på egen grunn.»
    Ik heb zonet een landgoed in Denemarken gekocht, en kan daar met buigen jagen op eigen grond.